We startten ons thema met het leren van enkele
fruitsoorten getekend op papier.
Ik leerde het woord en het smoggebaar erbij. Je kan deze
herhalen met je kind.
Daarna brachten we een bezoek aan de fruitwinkel. Elk kind mocht enkele soorten zoeken en in
een zakje stoppen om mee te nemen naar de klas.
In
de namiddag vertelde de juf een verhaal aan de hand van een tafelpoppenspel.
Het verhaal handelde over een blije banaan! Dit met echte stukken fruit die in
een mandje lagen en een prinses die ze op at.
Na
onze inkopen werd het tijd om het fruit eens goed te bekijken.
We
leerden over de ‘schil’ en pitjes. Welke
kleur heeft het fruit? Is het hard of
zacht?
Hoe
eten we het fruit op?
Daarna
mochten de kinderen proeven. Iedereen proefde al de soorten fruit. Super!
In de knutselles knutselden we :
*Een mandarijntje van brooddeeg.
*Een rupsje die uit een appel komt.
*Een fruitmand uit papier maché.
De kinderen kleefden stroken papier
op een bord met behangerslijm. Als alles
goed droog was, kon het mandje worden
geschilderd.
fruit
dat moet je eten
stop
het nu maar in je mond
fruit dat is gezond!